Het Openbaar Ministerie (OM) stelt geen cassatie in tegen de arresten van het gerechtshof Den Haag van 21 juni 2024 in de strafzaken tegen oud-wethouders Richard de Mos en Rachid Guernaoui en vijf ondernemers uit Den Haag (strafzaak Tyrus).
In cassatie bekijkt de Hoge Raad of het recht op de juiste manier is toegepast door, in dit geval, het hof in Den Haag. Er wordt door de Hoge Raad dus niet gekeken naar de inhoudelijke overweging en bewijzen. Het OM heeft de arresten zorgvuldig bestudeerd en ziet geen gronden voor een cassatieverzoek.
Ondanks vrijspraken in deze zaak is het OM tevreden met een aantal belangrijke onderdelen van de uitspraken. Zo oordeelt het hof dat het OM ontvankelijk is in de vervolging. Ook gebruikt het hof het juiste juridische toetsingskader bij de beoordeling van omkoping. Een belangrijk onderdeel daarbij is dat het hof oordeelt dat de donaties aan een politieke partij, wanneer die van enige waarde zijn voor de ambtenaar van die partij, ‘giften’ kunnen zijn in de zin van de strafwet en dus strafbaar kunnen zijn. Het hof geeft aan dat de grens wordt bepaald of de gever het doel heeft een voorkeursbehandeling te krijgen en of de ambtenaar weet of moet vermoeden dat er een voorkeursbehandeling voor terug wordt verwacht.
Het hof heeft in de ogen van het OM ook voor de beoordeling van schending van de ambtelijke geheimhoudingsplicht het juiste juridische toetsingskader gebruikt. De veroordeling van beide ambtenaren voor dit feit is volgens het OM terecht. De hiervoor opgelegde straf is lager dan geëist, maar ook dit kan geen reden zijn voor cassatie.
Het oordeel van het gerechtshof in alle zeven strafzaken wordt hiermee wat het OM betreft onherroepelijk.
Read More Actueel | Openbaar Ministerie