Het Openbaar Ministerie (OM) eist een gevangenisstraf van 10 jaar tegen de 27-jarige Rotterdammer die ervan wordt verdacht een man te hebben doodgeschoten aan de Bovensim in Rotterdam Hoogvliet in de nacht van 28 op 29 augustus 2023.
Het 34-jarige slachtoffer verbleef die avond en nacht met zijn vriendin bij een vriend aan de Bovensim. Als het slachtoffer en zijn vriendin ruzie krijgen, zet de vriend ze uit de woning. De vriendin van het slachtoffer klopt bij allerlei woningen op de galerij aan. Verdachte is de enige die opendoet, maar doet de deur ook weer dicht. Verdachte zou daarna nog een keer de voordeur hebben geopend. Hij had op dat moment, net als de eerste keer toen hij naar de deur ging, een geladen vuurwapen bij zich. Deze keer schiet hij op het slachtoffer.
Om 03.05 uur krijgt de politie een melding van een schietpartij. Agenten treffen op de galerij, voor de gesloten deur van de verdachte, het lichaam aan van het slachtoffer. Verdachte slaat na de schietpartij op de vlucht, maar de politie kon hem dezelfde dag nog aanhouden.
Noodweerexces
Bijna een maand na het feit heeft verdachte bekend dat hij degene is geweest die één keer met een vuurwapen op het slachtoffer heeft geschoten. De Rotterdammer stelt dat hij uit zelfverdediging heeft geschoten en doet een beroep op noodweerexces . Volgens hem zou het slachtoffer hem hebben bedreigd met de dood. Toen het slachtoffer de hal van zijn woning in ging, zou verdachte hebben geschoten. Volgens verdachte stond hij zelf op dat moment met zijn rug tegen de woonkamerdeur en het slachtoffer met een voet op de deurmat.
Dit noodweerscenario is volgens het OM niet aannemelijk. In het dossier staat een aantal feiten die volgens de officier niet of lastig te verenigen zijn met de situatie die verdachte heeft geschetst.
Zo is de huls buiten de woning, op de galerij, aangetroffen. Dat past niet goed bij de plek waarvan verdachte zegt te hebben geschoten. Daarnaast was er volgens een getuige geen aanleiding om te schieten. Het schot zou uit het niets zijn gevallen toen de verdachte de tweede keer de deur open deed.
Triest voorbeeld
Wat het OM betreft staat als een paal boven water dat het handelen van de verdachte volstrekt disproportioneel is geweest. “Deze zaak is wederom een triest voorbeeld van het feit dat het bezit van illegale vuurwapens maar al te snel kan leiden tot het gebruik ervan”, aldus de aanklager.
De officier tijdens de zitting: “De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een van de zwaarste delicten die ons wetboek van strafrecht kent. Hij heeft een ander het recht op leven ontnomen en de nabestaanden van het slachtoffer onherstelbaar leed en verdriet aangedaan. Verdachte heeft daarnaast ook nog een illegaal vuurwapen en een grote hoeveelheid XTC-pillen in zijn bezit gehad. Gelet hierop is in beginsel alleen een zeer langdurige gevangenisstraf aan de orde.”
Read More Actueel | Openbaar Ministerie