‘’Deze aanval is ook een aantasting van de politie in het algemeen. Het geweld tegen deze politieman kan immers niet los gezien worden van het werk dat hij op dat moment deed en het uniform dat hij droeg. Hij riskeerde als politieman zijn eigen veiligheid om die van anderen te beschermen. Dat juist hij doelwit werd van dit ernstige geweld, is dan ook onverteerbaar.’’
De officier van justitie sprak vandaag in de rechtbank zijn afschuw uit over een geweldsdelict tijdens de jaarwisseling in Nijmegen. Een politieagent was daar getuige van een ruzie tussen een destijds 23-jarige man en zijn vriendin. Op het moment dat de vriendin fysiek geweld gebruikte tegenover de 23-jarige man, greep de politieman in. De man was daar niet van gediend en moest dit volgens de officier van justitie bekopen met een ‘explosie aan geweld’. De verdachte slaat de politieagent, die vrijwel meteen bewusteloos op de grond valt. Ook dan stopt het geweld niet en deelt de man nog diverse klappen en knietjes uit. Er komen zes mensen aan het pas om de man los te trekken van het slachtoffer. De impact voor het slachtoffer is groot, zowel voor het privéleven als voor zijn werk als politieman, dat hij nog steeds niet heeft kunnen hervatten.
De eerste juridische vraag die beantwoord moet worden, is of hier sprake is van een poging doodslag of van zware mishandeling. ‘’Een zware mishandeling van de buitencategorie, grenzend aan poging doodslag. Voor de strafmaat maakt het in dit geval weinig verschil’’, zo luidt het oordeel van de officier van justitie. De rechtbank kan uiteindelijk toch tot een veroordeling voor poging doodslag komen, want beide verwijten zijn op de tenlastelegging opgenomen.
In het requisitoir stond de officier van justitie uitgebreid stil bij de ernst van de feiten. ‘’De jaarwisseling zou een feestelijk moment moeten zijn. Een avond in het teken van gezellig samenzijn, stilstaan bij het afgelopen jaar en het vieren van een nieuw begin. Terwijl een groot deel van Nederland feest viert, was het slachtoffer buiten aan het werk om de veiligheid van anderen te beschermen en waar nodig hulp te verlenen. Niet wetende dat dit – in elk geval tot op heden – zijn laatste dienst zou zijn.’’
De officier van justitie memoreerde ook dat de politie het iedere jaarwisseling voor de kiezen krijgt met het tegengaan van vernielingen, brandstichtingen, opstootjes en de begeleiding van andere hulpverleners. ‘’De kranten staan er elk jaar helaas weer vol van’’, aldus de officier van justitie, ‘’Een daadkrachtig optreden en afschrikwekkende reactie is dan ook nodig om het gezag van de politie te herstellen, te bevestigen dat de politie op het OM kan vertrouwen als zoiets gebeurt en dit soort geweldsdelicten terug te dringen. Alleen zo kunnen wij ervoor zorgen dat politiemensen hun werk kunnen blijven doen zonder angst voor hun eigen veiligheid.’’
Gezien de ernst van het feit vindt het OM een gevangenisstraf van drie jaar passend. Daarnaast zou de man ook behandeld moeten worden. Op zijn strafblad staan ondanks zijn jonge leeftijd al veel geweldsdelicten. Vanaf 2017 is hij vijf keer veroordeeld voor huiselijk geweld en geweld tegen politie. Tijdens de jaarwisseling liep de verdachte nog in een proeftijd van een vorige veroordeling, waaraan ook een hulpverleningstraject was gekoppeld. Vanwege de diepgewortelde problematiek bij de verdachte en het feit dat eerdere hulpverleningstrajecten niet tot resultaat hebben geleid, is er volgens het OM nu een meer dwingend kader nodig om te garanderen dat de verdachte niet zonder behandeling weer op vrije voeten komt. Naast de gevangenisstraf zou daarom de maatregel van tbs met dwangverpleging opgelegd moeten worden.