Op 3 juli 2018 rond 17.00 uur wordt het lichaam van Daan Mellee aangetroffen in de woning van zijn vriendin aan het Oosterveld in Enschede, waar hij zelf ook woonde. Hij is door een misdrijf om het leven gekomen. Het OM legt de 38-jarige vriendin van het slachtoffer en haar 41-jarige medeverdachte, moord in vereniging ten laste. Zij hoorden beiden een gevangenisstraf van 19 jaar tegen zich eisen. Een derde verdachte, een man van 43, wordt verdacht van medeplichtigheid aan deze moord. Tegen hem eist het OM 9 jaar. De officier van justitie in de rechtbank in Almelo vandaag: ”Daan lag in zijn eigen huis, op zijn eigen bed, toen hij letterlijk werd afgemaakt. Hij is als een beest van dichtbij in zijn hoofd geschoten. De verdachten hebben daarmee blijk gegeven van een totaal gebrek aan respect voor het leven van een medemens.”
Het OM gaat ervan uit dat de 38-jarige vrouw het plan voor de moord bedacht, de 41-jarige de trekker daadwerkelijk overhaalde en de 43-jarige behulpzaam was, onder andere door de 41-jarige hoofdverdachte te waarschuwen op het moment dat het slachtoffer thuiskwam. Het laatste teken van leven van het slachtoffer was op 2 juli om 10.21 uur. Een vriend belde hem om die tijd. Eerder op die ochtend van 2 juli stuurde het slachtoffer zelf nog meerdere sms-berichten naar een andere vriend. Hij sms’te dat hij een probleem had. Ook probeerde hij die ochtend tegen 7.00 uur wel vijf keer zijn vader te bereiken. Die nam echter niet op. Hij sliep nog.
Het onderzoek naar de verantwoordelijken voor deze, volgens de officier van justitie, koelbloedige moord, nam 6 jaar in beslag. Uitgebreid forensisch onderzoek, een reconstructie op de plaats delict en het optekenen van wisselende en uiteenlopende verklaringen van getuigen en verdachten, maakten het onderzoek complex. In een ruim twee uur durend requisitoir zetten twee officieren van justitie het bewijsmateriaal vandaag overzichtelijk uiteen.
Het scenario ziet er in het kort als volgt uit: op de avond van 1 juli hadden het slachtoffer en zijn 38-jarige vriendin ruzie. De 38-jarige werd daarbij fors mishandeld. Die nacht wacht zij samen met 43-jarige verdachte tot het slachtoffer thuiskomt. Dan wordt de 41-jarige gebeld, meerdere malen op verschillende nummers. Hij neemt lange tijd niet op. Kort voor 10.30 uur in de ochtend van 2 juli ontgrendelt de 41-jarige zijn telefoon en schakelt deze – na het lezen van de berichten – uit. Hij rijdt naar de woning aan het Oosterveld waar de deur voor hem is ontgrendeld. Samen met de 38-jarige vrouw loopt hij naar de slaapkamer. Het is dan rond 10.46 uur. Ergens tussen dat moment en 10.58 uur is het slachtoffer doodgeschoten.
Naast het levenloze lichaam zijn drie kogelhulzen aangetroffen. Op twee van die kogelhulzen werd het DNA van de 38-jarige vrouw aangetroffen. Op één kogelhuls ook het DNA van de 41-jarige verdachte. In de badkamer werden diverse kledingstukken met schotresten aangetroffen, waaronder een vest dat door de 38-jarige was gedragen. Alle drie de verdachten vertonen na het misdrijf opvallend gedrag. Telefoons die worden weggegooid, gesprekken waar niemand over wil verklaren, verhoren die stiekem worden opgenomen en ongebruikelijke verblijfplaatsen, kennelijk om uit het vizier van de politie te blijven. Het zeer uitgebreide politieonderzoek, waarbij talloze scenario’s en zogenaamde ‘persons of interest’ onder de loep zijn genomen, heeft geen aanleiding gegeven te veronderstellen dat anderen dan deze drie verdachten verantwoordelijk zijn voor de dood van het slachtoffer.
“Verdachten hebben met deze moord onherstelbaar verdriet toegebracht aan de nabestaanden” stelt de officier van justitie. “Hij laat onder andere zijn ouders, broer en zijn dochter van 10 jaar achter.” Tijdens de zitting vertelde zijn moeder indringend over het verdriet, de machteloosheid, de wanhoop, de woede en de vragen die almaar door het hoofd gaan: waarom, wat, wie? De verdachten hadden de antwoorden op deze vragen, maar kozen ervoor te zwijgen.
De officier van justitie: “De verdachten hebben het leed van de nabestaanden vergroot door geen enkele verantwoordelijkheid te nemen voor de door hen gepleegde gruwelijke moord. Sterker nog, zij hebben van meet af aan geprobeerd onder een veroordeling uit te komen en zijn daarbij zover gegaan dat zij de schuld in de schoenen probeerden te schuiven van een onschuldige derde.” Het OM ziet geen persoonlijke omstandigheden van de verdachten waarmee bij de strafoplegging rekening moet worden gehouden. De officier eist dan ook de onvoorwaardelijke gevangenisstraffen die passen bij de rol die elk van de drie verdachten gespeeld heeft.