De officier van justitie eist een gevangenisstraf voor de duur van 24 jaar tegen een 23-jarige verdachte voor een moord die te typeren is als een liquidatie. “Verdachte heeft de dood van het slachtoffer gepland en uitgevoerd, zonder dat hij zelf ook maar op enige wijze betrokken is bij het slachtoffer. Een moord op bestelling dus”.
Op 9 mei 2023 vindt politie, na een zorgmelding, in zijn woning aan de Molenkrite 134 in Sneek het levenloze lichaam van de 41-jarige bewoner. Het slachtoffer blijkt om het leven te zijn gekomen door een schotverwonding.
De officier: “Een man die wordt omschreven als iemand die altijd lacht en vrolijk is. Een man die probeert om zijn leven in Nederland vorm te geven en probeert in te burgeren in de Nederlandse samenleving. De laatste twee maanden van zijn leven laat hij verward gedrag zien en daar maken de mensen die bij hem betrokken zijn zich zorgen over. […] Wat ik niet kan en wil begrijpen is waarom dit gedrag moest leiden tot zijn dood”.
Er zijn camerabeelden veiliggesteld waarop het incident bij de woning van het slachtoffer aan de Molenkrite is te zien. Op 16 mei 2023 besteedt Opsporing Verzocht aandacht aan de zaak en daarbij worden de beelden gedeeld met het publiek. Dat leverde diverse tips op. De verdachte wordt herkend aan zijn kleding, zijn specifieke manier van lopen en zijn postuur. Op basis van deze getuigenverklaringen en de resultaten uit het forensisch onderzoek, waaruit een match met het DNA van verdachte naar voren komt, wordt op 10 oktober 2023 een 23-jarige man uit Zwolle als verdachte aangehouden.
Ongeveer rond hetzelfde tijdstip van het incident straalt een telefoonnummer de mast rondom de plaats delict aan. Uit de historische gegevens en de chatgesprekken op een tablet blijkt dat het telefoonnummer in gebruik was bij verdachte. Uit onderzoek aan de telefoons blijkt dat verdachte op foto’s staat met soortgelijke kleding die ook de persoon op 4 mei draagt.
Het OM komt op basis van al deze bewijsmiddelen tot de conclusie dat het verdachte is geweest die op 4 mei rond 01.17 uur bij de woning van verdachte is geweest en dat hij ook op 5 mei de persoon is geweest die heeft aangebeld bij het slachtoffer, geweld heeft gebruikt en heeft geschoten met een wapen wat uiteindelijk heeft geleid tot de dood van Elmas.
De officier vindt het onbegrijpelijk dat iemand zich leent om een moord te plegen. Want dat is waar het volgens het OM hier om draait: een moord op bestelling. “Verdachte en slachtoffer kenden elkaar niet, hebben elkaar niet eerder getroffen of gesproken en er was geen sprake van een onderling conflict tussen hen. Wat de reden is geweest waarom verdachte het slachtoffer meermalen heeft opgezocht en hem uiteindelijk heeft gedood, blijft onduidelijk.”
Het OM kan niet vaststellen of hier sprake is geweest van een intensieve samenwerking tussen verdachte met een ander en met wie dat is geweest. “Uit het dossier komt eerder een beeld naar voren waarin verdachte een opdracht heeft gekregen en deze heeft uitgevoerd waarbij hem een beloning in het vooruitzicht is gesteld. Er lijkt eerder sprake te zijn van uitlokking dan van medeplegen”. Dit maakt dat het OM onvoldoende wettig en overtuigend bewijs heeft om te komen tot een bewezenverklaring voor medeplegen.
Het OM vindt de verdenking moord wettig en overtuigend te bewijzen. Omdat verdachte niet heeft meegewerkt aan een onderzoek in het Pieter Baan Centrum, ontbreekt zicht op zijn persoonlijkheidsontwikkeling. Wel constateert de reclassering dat er sprake is van een delictpatroon met betrekking tot geweld. Gelet op hetgeen deskundigen aangeven gaat het OM ervan uit dat dit feit verdachte volledig kan worden toegerekend.
Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 jaar vindt de officier passend voor het plannen en uitvoeren van de moord, waarbij verdachte het recht in eigen handen heeft genomen, zonder ook maar zelf enige betrokkenheid bij het slachtoffer te hebben.
De rechtbank doet op 26 november uitspraak.