Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 14 december 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:5708 Sommige witwasuitspraken zijn interessant omdat er sprake is van een bijzonder witwasvoorwerp andere omdat er sprake is van een bijzonder gronddelict. In deze zaak is sprake van witwassen als gevolg van het niet voldoen aan een wettelijke inlichtingenplicht (art. 227b WvSr) die voortvloeit uit de Wet werk en bijstand
Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 14 december 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:5708
Titel XII van het Wetboek van Strafrecht heeft de titel ‘Valsheid in geschriften, opgave van onware gegevens en schending van de verplichting gegevens te verstrekken’. Het meest bekende artikel uit deze titel is artikel 225 over valsheid in geschriften, maar in deze titel staat ook artikel 227b:
“Hij die, in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, opzettelijk nalaat tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, wordt, indien het feit kan strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl hij weet of redelijkerwijze moet vermoeden dat de gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn of een anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.”
Een intrigerende vraag is tevens waarom deze zaak uit 2017 in 2024 pas wordt gepubliceerd. Vermoedelijk is iemand ambtshalve bekend met deze zaak en wil hij/zij in de toekomst gebruikmaken van deze jurisprudentie. Dat zou begrijpelijk zijn gezien de hele reeks aan niet-ontvankelijkheidsverweren, een beroep op de kwalificatie-uitsluitingsgrond voor het witwassen en de diverse strafbare feiten, waaronder witwassen met- en zonder aantoonbaar gronddelict.
Verdachte genoot van 2000 tot 2010 een bijstandsuitkering en moest daarom feiten en/of omstandigheden melden die van invloed konden zijn op de hoogte en duur van de uitkering. Op de rechtmatigheidsonderzoekformulieren vermeldde verdachte geen inkomsten en/of vermogen, terwijl daar wel aanleiding toe was. Verdachte beschikte namelijk over een bankrekening in België met ruim € 22.000, financierde zijn eigen bruiloft met € 12.500, kocht een BMW X5 voor € 25.000 en betaalde contant voor het onderhoud en stortte hij € 26.000 contant op de rekening van de medeverdachte met wie hij samenwoonde.
Het Hof stelt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan uitkeringsfraude en dat de daaruit verkregen gelden zijn gebruikt ten behoeve van zijn levensonderhoud. Dit resulteert in een bewezenverklaring inzake witwassen bestaande uit het omzetten en gebruiken van het witwasvoorwerp met als gevolg dat de kwalificatie- uitsluitingsgrond niet van toepassing is.
Ten aanzien van de contante stortingen van € 26.000 stelt het Hof dat die niet afkomstig waren uit de uitkering of het inkomen/vermogen van medeverdachte en niet bekend waren bij de gemeente Sittard-Geleen. Het Hof benoemt daarnaast dat verdachten er een “ruime” levensstijl op na hielden die zich niet verhoudt met een uitkeringssituatie. Zo zijn de verdachten in één jaar zowel op winstersportvakantie geweest als op vakantie naar Kreta. Mede door deze “ruime” levensstijl en aanwijzingen van betrokkenheid bij hennepteelt en/of handel is een witwasvermoeden gerechtvaardigd. Van de verdachte mag een verklaring over de herkomst van dit geldbedrag verlangd worden maar die geeft hij niet. Het hof is van oordeel dat er geen aannemelijke verklaring is gegeven voor de herkomst van de geldbedragen en dat er geen andere conclusie mogelijk is dan dat die geldbedragen alsook de uitgave voor de “ruime” levensstijl uit enig misdrijf afkomstig zijn.