In een onderzoek naar plofkraken in Nederland en Duitsland heeft het Openbaar Ministerie (OM) gevangenisstraffen van respectievelijk 50 en 40 maanden geëist tegen twee Amsterdammers van 28 en 33 jaar. In deze zaak zijn met de verdachten procesafspraken gemaakt om de strafprocedure te versnellen en te vereenvoudigen. De verdachten stemmen in met de strafeis en zien af van hoger beroep, mede op basis van de beschikbare bewijslast. De rechtbank heeft de procesafspraken vandaag bekrachtigd
Het bewijs tegen de verdachten is vastgelegd in de procesafspraken en omvat diverse processen-verbaal. Voor de 28-jarige verdachte bestaat het bewijs grotendeels uit versleutelde chats van Sky en Encrochat, terwijl voor zijn 33-jarige medeverdachte de Encrochat-chats centraal staan.
Plofkraken
Ondersteunend bewijs voor de plofkraken bestaat uit aangiftes, getuigenverklaringen en forensisch onderzoek, waaruit blijkt dat aanzienlijke schade aan gebouwen is veroorzaakt. Naar oordeel van het OM is er voldoende bewijs voor de betrokkenheid van beide verdachten bij plofkraken. Het gaat om voltooide plofkraken, pogingen daartoe én voorbereidingshandelingen, verspreid over Duitsland en Nederland, zoals bij een plofkraak op het Osdorpplein in Amsterdam.
Drugshandel en wapenbezit
Naast hun betrokkenheid bij plofkraken zouden de verdachten ook betrokken zijn bij drugshandel. De oudste verdachte bezat volgens het OM op twee momenten in juni 2020 elk één kilo drugs, terwijl zijn jongere medeverdachte gedurende een langere periode in totaal 12 kilo drugs voorhanden zou hebben. Volgens het OM is er voor wapenbezit ook voldoende bewijs tegen de 28-jarige Amsterdammer. Hij zou twee vuurwapens in zijn bezit hebben gehad. Voor wapenhandel is volgens het OM onvoldoende bewijs.
Krachtig signaal
De gemaakte procesafspraken leiden tot tijdswinst en zorgen ervoor dat geëiste straffen direct kunnen worden uitgevoerd. Dit bespaart tijd en middelen binnen de strafrechtketen. Daarnaast wordt het voor de verdachten ook direct inzichtelijk dat hun handelen verkeerd was, welke strafrechtelijke consequenties dat met zich meebrengt en dat dergelijk gedrag in de toekomst beter vermeden kan worden.
Het OM ziet in deze aanpak tevens een krachtig signaal voor anderen om af te zien van dergelijke criminele activiteiten, waarmee zowel speciale als generale preventie wordt bevorderd.