In de nacht van 10 op 11 december 2023 overlijdt een 31-jarige man. Hij is in zijn been geschoten. Het bloedverlies wordt hem fataal. Dit gebeurde op straat, in de Arnhemse wijk Presikhaaf, bij de kruising Amerstraat-Scheldestraat. Twee verdachten in de leeftijd van 24 en 21 jaar hangt 12 jaar cel boven het hoofd. Het OM verdenkt hen van moord in vereniging. Wat precies de aanleiding is voor de schietpartij blijft vaag. Jaloezie vanwege een WhatsApp-gesprek met een vrouw of ruzie om een horloge. De officier van justitie is duidelijk: “Het leidt in elk geval tot een enorm domme confrontatie waarbij het testosteron aan beide kanten uit de oren spoot en die eindigde in een drama dat niemand echt gewild heeft.”
De twee verdachten willen het doen lijken alsof het slachtoffer zwaaiend met een machete als een beest op één van hen is afgekomen, waardoor de ander uit noodweer moest schieten. Zij zetten het slachtoffer neer als een agressor. Uit het dossier komt een ander beeld naar voren. Het is juist een van de verdachten die al geruime tijd bedreigingen uit in de richting van het slachtoffer. Het klopt dat het slachtoffer bij de confrontatie met verdachten een steekwapen bij zich had. Maar, zo redeneert de officier van justitie, daarmee kan nog niet worden vastgesteld dat het slachtoffer één of andere buiten zinnen geraakte geweldpleger was. Dat beeld volgt in elk geval niet uit het dossier.
De twee verdachten, wiens verklaringen van elkaar verschillen, reden de op betreffende avond in een auto door de wijk, op zoek naar het slachtoffer. Toen zij het slachtoffer hadden gevonden stapten zij beiden uit de auto en liepen op hem af. Vrijwel meteen werd door de 24-jarige verdachte geschoten. Het slachtoffer stond op een verhoging. En de schotrichting was omhoog, zo blijkt uit forensisch onderzoek. Alleen al door dat feit wordt het verhaal dat het slachtoffer achter hen aan kwam en één van de verdachten aanviel, weersproken. Ook is er een getuigenverklaring die de lezing van de verdachten tegenspreekt. Verdachten waren uit op een confrontatie om het slachtoffer iets aan te doen Zij hadden het vuurwapen bij zich om te gebruiken. Het OM gaat dan ook niet mee in het noodweer-scenario van verdachten.
Hoewel het OM aanneemt dat het niet de bedoeling van de verdachten was om het slachtoffer om het leven te brengen, acht de officier opzet in juridische zin wel bewezen. Daarvoor is het noodzakelijk dat verdachten de aanmerkelijke kans op overlijden van het slachtoffer bewust hebben aanvaard. Dat is het geval, aangezien door een ongeoefende schutter met een geladen vuurwapen geschoten wordt op een bewegend persoon.De officier van justitie vroeg de rechtbank beide verdachten dezelfde straf op te leggen. Zij hebben weliswaar niet beiden geschoten, maar zij waren voortdurend samen toen zij de afspraak maakten en de confrontatie aangingen. “Hier is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking.”
De officier motiveerde zijn strafeis als volgt: “Verdachten hebben het slachtoffer zijn belangrijkste goed, zijn leven, afgenomen. Dat dit op de openbare weg is gedaan, ook nog onder de ogen van een getuige, maakt het feit des te ernstiger. En al is het gebeurd zonder de intentie om het slachtoffer te doden, een gevolg groter dan de dood van een mens bestaat niet. Dat is zodanig ernstig dat daarbij slechts een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf past.”