Op 7 mei 2024 werd een 16-jarige jongen aan het Piet Blomplein in Helmond neergestoken. Een spoedoperatie op straat mocht niet baten; de jongen overleed later in het ziekenhuis. Een 21-jarige man uit Helmond zou verantwoordelijk zijn voor zijn dood. Het Openbaar Ministerie (OM) eiste vandaag een gevangenisstraf van 9 jaar tegen hem.
De politie komt op 7 mei, iets voor middernacht, ter plaatse nadat er melding is gedaan van een steekincident. Zij treffen drie jonge mensen aan die geknield op de grond zitten bij het slachtoffer. Al snel wordt duidelijk dat één van hen verantwoordelijk is voor de gebeurtenis. Tussen hem en het slachtoffer zou ruzie zijn ontstaan, waarbij de verdachte met een koksmes in het bovenlichaam van het slachtoffer zou hebben gestoken. De jongen wordt ter plaatse behandeld aan zijn verwondingen maar overlijdt later in het ziekenhuis.
Bewijsmiddelen
In deze zaak is er overtuigend bewijs dat de 21-jarige man de jongen gedood heeft: de verdachte heeft een bekentenis afgelegd en er zijn getuigenverklaringen. Op het mes waarmee de jongen gedood is, werd DNA van de verdachte aangetroffen. En ook het rapport van het NFI bevestigt dat de jongen door middel van messteken om het leven is gekomen.
Geen zelfverdediging
De officier van justitie ging vandaag uitgebreid in op de vraag of er sprake was van noodweer. Oftewel: heeft verdachte gehandeld uit zelfverdediging? Naar oordeel van het OM is daar in deze zaak geen sprake van. De officier van justitie: ‘Verdachte heeft zich bewapend met het koksmes dat hij die avond bij zich had. Anderen manen hem nog om het te laten rusten, maar verdachte geeft hieraan geen gehoor en blijft de confrontatie zoeken met het slachtoffer. Verdachte had meermalen de keuze om de situatie te laten rusten. Het loopt uit de hand als hij een wapen trekt. Een wapen waartegen de 16-jarige jongen geen schijn van kans had.’
Volwassenenstrafrecht
Omdat de verdachte 21 jaar is, zou hij berecht kunnen worden volgens het jeugdstrafrecht. Het standpunt van het Openbaar Ministerie is echter dat de verdachte berecht moet worden als volwassene. Uitgangspunt is namelijk dat berechting plaatsvindt volgens het volwassenenstrafrecht. Op basis van de goed onderbouwde rapportages van deskundigen ziet het OM geen aanleiding om voor deze verdachte een uitzondering te maken.
De gebeurtenis laat een enorm gevoel van gemis en verdriet achter bij de nabestaanden. Gelet op het ernstige delict is alleen een lange gevangenisstraf op zijn plaats. In deze zaak eist het OM negen jaar celstraf. De rechter doet over drie weken uitspraak.