Het OM heeft dinsdag bij de rechtbank Rotterdam tegen een man en twee vrouwen gevangenisstraffen geëist voor deelname aan de terroristische organisatie IS en het voorbereiden van terroristische misdrijven. Tegen de man eiste het OM een gevangenisstraf van 7 jaar, tegen de vrouwen 48 en 42 maanden.
De verdachten hebben zich volgens de officier van justitie van het Landelijk Parket in 2012 en 2013 in Syrië gevestigd en zich aangesloten bij IS. Bovendien worden de verdachten ervan beschuldigd hun minderjarige kinderen te hebben meegenomen naar een oorlogsgebied. Daarmee hebben ze hun kinderen een onbezorgde jeugd ontnomen, stelde de officier.
Chats, brieven en audioberichten spreken boekdelen over de betrokkenheid van de man en een van de vrouwen bij IS, aldus de officier van justitie. Ze verspreiden ook IS-propaganda naar hun familie en verheerlijkten daarin het kalifaat en het martelaarschap. De officier wees de rechtbank op een audiobericht van de man met “een anderhalf uur durende opsomming van haatdragende teksten over het verbranden van Jordaanse piloten en het doden van krijgsgevangenen”.
Foto’s in het strafdossier laten de man zien in militaire kleding en met een vuurwapen. De vrouwen zijn beiden getrouwd met de mannelijke verdachte, vormden met hem een gezamenlijke huishouding en versterkten zo de terroristische organisatie IS. Ze hebben daar volgens het OM welbewust aan deelgenomen. De verdachten zijn op een onbekend moment uit het strijdgebied naar Turkije gevlucht, waar ze eind 2022 zijn aangehouden en vervolgens met hun 13 kinderen zijn uitgezet naar Nederland.
Gruwelijkheden IS
De officier van justitie schetste in zijn overwegingen bij de strafeisen hoe IS zich schuldig heeft gemaakt aan de meest onvoorstelbare gruwelijkheden. “De organisatie heeft een jarenlang schrikbewind gevoerd in Syrië en Irak. Martelingen, onthoofdingen, verbrandingen en verdrinkingen waren aan de orde van de dag, voor iedereen zichtbaar. Op alle mogelijke manieren heeft IS andersdenkenden ontmenselijkt. Door hen te vermoorden, zoals de ongeziene genocide op de Yezidi-bevolking. Maar ook door hen als gebruiksvoorwerp te beschouwen, zoals de grootschalige slavernij van Yezidi-vrouwen.”
De man heeft tot aan de terechtzitting geen openheid van zaken gegeven. Wat hij wel voor de rechtbank verklaarde, ziet het OM “als een poging om zich er onderuit te praten. Hij heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor wat hij heeft gedaan”. Dat de verdachte geen enkel inzicht heeft willen geven in wat hem beweegt, bracht de officier tot een strafeis van 7 jaar. Kijkend naar vergelijkbare zaken eiste het OM tegen de vrouwen kortere straffen met een voorwaardelijk deel van 6 maanden en een proeftijd van 2 jaar. Het OM wil daarnaast dat zij in hun proeftijd onder toezicht van de reclassering staan.
De rechtbank doet op 1 oktober uitspraak.
Read More Actueel | Openbaar Ministerie