‘’Verdachten hebben op grove wijze misbruik gemaakt van heel jonge meisjes, die gelet op hun leeftijd en kwetsbaarheid een makkelijke prooi vormden. Zij hebben daarbij geen enkele rekening gehouden met de gevolgen van hun handelen voor de psychische en lichamelijke integriteit en zich enkel laten leiden door hun eigen behoeften en winstbejag.’’ Met deze woorden motiveerde de officier van justitie vandaag voor de rechtbank in Arnhem de strafeisen tegen drie verdachten van mensenhandel.
In een onderzoek naar de seksuele uitbuiting van twee minderjarige meisjes werden in totaal acht verdachten aangehouden. Drie van hen, mannen van 36, 33 en 23 jaar oud, stonden vandaag terecht. Zij worden ervan verdacht dat zij twee meisjes van 16 en 13 jaar in de prostitutie hebben gebracht. In het geval van de 16-jarige is het daadwerkelijk tot seksuele handelingen met betalende klanten gekomen.
‘’Minderjarigen horen niet in de prostitutie te werken. Iedereen die daarbij een rol speelt is strafbaar. Zelfs indien sprake is van initiatief of instemming vanuit de minderjarige. Zij zijn namelijk nog niet in staat zijn de gevolgen van hun handelen te overzien en hieromtrent zelf beslissingen te nemen’’, aldus de officier van justitie. Het gebruik van dwangmiddelen is in geval van een minderjarig slachtoffer geen vereiste om tot een bewezenverklaring van mensenhandel te komen. Ook hoeft niet te worden vastgesteld dat verdachten bekend waren met de minderjarigheid van het slachtoffer, hoewel er in dit onderzoek aanwijzingen zijn dat de verdachten dit wel degelijk wisten.
De drie verdachten hadden volgens het OM ook de bedoeling om geld te verdienen met het prostitueren van de twee meisjes. De verdachten wilden hulp bij het aflossen van schulden. Dat is niet gebeurd, maar het meisje heeft wel van het door haar verdiende geld boodschappen, sigaretten en kleding voor hen betaald.
‘’Mensenhandel is een zeer ernstige vorm van criminaliteit. In de kern gaat het om grove en strafbare mensenrechtenschendingen. Een misdrijf dat de menselijke waardigheid ten diepste aantast. Verdachten lijken zich daar geen enkele rekenschap van te hebben gegeven. Zij hebben een diepe inbreuk gemaakt op de menselijke waardigheid van het 16-jarige meisje en dat ook bij het 13-jarige meisje geprobeerd’’, aldus de officier van justitie.
De 33-jarige man en de 23-jarige man wordt ook onttrekking aan het gezag van de 16-jarige verweten. Ze zouden het kwetsbare meisje onderdak hebben gegeven nadat zij weggelopen was uit een instelling.
Tegen de 33-jarige man is aangifte gedaan van verkrachting, waarvoor hij ook terecht stond.
De 33-jarige man hoorde de zwaarste strafeis; een gevangenisstraf van 45 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Tegen de 23-jarige man werd een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk geëist. Voor de 36-jarige man is, gezien zijn kleinere rol, een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk passend.
Vijf medeverdachten moeten zich later deze week voor de rechter verantwoorden.