Een agent die op 10 mei 2023 een verdachte neerschoot in Den Hoorn, zal daarvoor niet worden vervolgd. Volgens het Openbaar Ministerie had hij niet op deze manier mogen schieten, maar kan hem niet worden aangerekend dat hij dat wel heeft gedaan.
De politie wilde de verdachte die dag al bij Barendrecht van de snelweg halen vanwege gevaarlijk rijgedrag. In plaats van gehoor te geven aan het stopteken, sloeg de bestuurder van de grijze jeep met Frans kenteken op de vlucht. Hij vertoonde daarbij een aantal keer zeer gevaarlijk rijgedrag. De politie zette de achtervolging voort tot in Den Hoorn, waar de auto de snelweg had verlaten. Een politiewagen wist hem daar te blokkeren.
Eén agent stapte uit en wilde de verdachte aanspreken, maar die maakte nog een rijbeweging waardoor de agent klem kwam te zitten tussen de jeep en het politievoertuig. Hij vreesde op dat moment voor zijn leven. Vervolgens stapte verdachte uit en liep op de agent af. Hij reageerde wéér niet op aanspreken, waarna de agent een waarschuwingsschot loste. Toen de verdachte zich omdraaide en vluchtte, schoot de agent gericht. Verdachte werd in zijn onderrug geraakt.
Niet te verwijten
De politie mag gericht schieten om verdachten van ernstige misdrijven aan te houden, maar alleen als dat in verhouding staat tot het belang van de aanhouding en er geen andere mogelijkheid is. In dit geval is het Openbaar Ministerie van oordeel dat er voldoende andere mogelijkheden waren, zoals er achter aan rennen. Bovendien was het risico dat de agent bijvoorbeeld omstanders zou treffen. Verder zat er een collega in de auto die in zijn plaats de achtervolging had kunnen inzetten. Strikt genomen had de agent het tweede schot daarom niet mogen lossen. Maar het Openbaar Ministerie oordeelt dat dit hem onvoldoende kan worden aangerekend. Gelet op alles wat al was voorgevallen, kon in redelijkheid niet van de agent worden verlangd dat hij de rust zou vinden om het (met het waarschuwingsschot) ingezette aanhoudingsvuur af te breken en een onbekende verdachte van een poging doodslag op hemzelf zou laten lopen. Daarnaast weegt het Openbaar Ministerie nog mee dat de agent nog maar weinig ervaring had. Hij zat in een inwerktraject bij het verkeersteam van de politie en had niet eerder zo’n heftige achtervolging meegemaakt of zijn vuurwapen getrokken. Ook daarom kon niet van hem worden verlangd dat hij de rust zou terugvinden om het ingezette aanhoudingsvuur af te breken. Sindsdien is hij gediagnostiseerd met PTSS en werkt hij in een aangepast rooster wordt er middels een aangepast rooster geprobeerd erger te voorkomen.
De zaak tegen de agent wordt geseponeerd. De bestuurder van de jeep is op 18 juni 2024 veroordeeld tot 6 maanden cel voor gevaarlijk rijgedrag. De rechtbank stelde bij dat vonnis al vast dat de agent onrechtmatig had geschoten en dat verdachte daarvoor een maand strafkorting kreeg.